Spanje won woensdagavond tegen Portugal voor de vierde keer een penaltyreeks op een groot toernooi. Alleen Duitsland was vaker overwinnaar na strafschoppen. Het Spaanse nationale elftal weet echter ook wat verliezen is vanaf elf meter.

Met de zege na strafschoppen op Portugal creëerde Spanje een positieve balans. Tot aan de halve finale tegen Portugal won Spanje drie keer, tegenover drie nederlagen. In 1984, 2002 en 2008 was het respectievelijk Denemarken, Ierland en Italië de baas. België (1986), Engeland (1996) en Zuid-Korea (2002) waren echter te sterk vanaf de stip.

De Portugezen verloren voor het eerst een penaltyserie. Tot de halve finale tegen Spanje klopte Portugal Engeland in 2004 en 2006.

Door de overwinning op Portugal nadert Spanje Duitsland, dat recordhouder is met vijf gewonnen series. Die Mannschaft liet zichzelf echter ook één keer aftroeven, uitgerekend door Tsjechoslowakije in de EK-finale van 1976.

De Tsjechen presteerden dan ook het best: in drie penaltyseries (1976, 1980 en 1996) schoten de Tsjechen en Tsjechoslowaken álle twintig strafschoppen raak, wat vanzelfsprekend tot drie overwinningen leidde.

Engeland en Italië zijn nog altijd de twee landen die het vaakst een strafschoppenserie verloren. De Engelsen spannen de kroon met zes nederlagen en slechts één overwinning, tegen Spanje in 1996.

Italië verloor in de WK- en EK-historie vijf keer na strafschoppen, maar won inmiddels ook drie keer. Zo werden de Azurri in 2006 wereldkampioen tegen Frankrijk, en versloegen ze Engeland afgelopen zondag nog.

Ook Nederland staat nog altijd te boek als een van de slechtste penaltynemende landen op grote toernooien. Met acht missers en vier uitschakelingen hoeft het alleen Engeland en Italië voor te laten gaan. (Tim Vos)