Een korte opleving bracht Griekenland nog enige hoop op een EK-vervolg, maar de missie bleek kansloos. Een sterk Duitsland stootte probleemloos door naar de halve finale: 4-2.
De verhoudingen waren direct duidelijk: Griekenland trok zich ver terug op de eigen helft en had het frustreren van de Duitse aanval prioriteit gegeven. Tekenend was dat de ploeg van bondscoach Fernando Santos in de eerste helft de bal geen enkele keer beroerde in het vijandelijke strafschopgebied.
Maar de Griekse defensie was niet opgewassen tegen de Duitse aanvalskracht. Het was meer geluk dan wijsheid dat bij rust slechts een 1-0 achterstand op het scorebord stond. Want hoewel de Duitsers de nodige kansen kregen, slaagde alleen Philipp Lahm erin de allesbehalve zekere keeper Michalis Sifakis te passeren.
De aanvoerder deed zes minuten voor rust met een schot van afstand wat onder anderen Sami Khedira, Mesut Özil, Marco Reus en Miroslav Klose hadden nagelaten. Het ontbrak Duitsland eigenlijk alleen aan de juiste afronding. Met soepele aanvallen werd de Griekse defensie te pas en te onpas in verlegenheid gebracht.