Cristiano Ronaldo heeft zich donderdagavond met zijn winnende goal in de kwartfinale tegen Tsjechië op de gedeelde derde plaats op de EK-topschutterslijst aller tijden genesteld. Net als voormalig ploeggenoot en international Nuno Gomes heeft de sterspeler nu zes EK-treffers achter zijn naam staan. Dat aantal is dus eveneens goed voor een nationaal record.
Ronaldo voerde zijn EK-productie op door de goal van vanavond en de twee treffers in de laatste groepswedstrijd tegen Nederland (2-1 winst) naar zes doelpunten in dertien eindrondewedstrijden. Hij trof eerder al doel tijdens de EK-toernooien van 2004 (twee treffers) en 2008 (één).
Nuno Gomes maakte op de EK-eindronden van 2000, 2004 en 2008 zes doelpunten namens de Portugese nationale ploeg. Omdat Portugal zich kwalificeerde voor de halve finale heeft Ronaldo alle kans om het record alleen in handen te krijgen.
Ronaldo is de enige speler die sinds 2004 op alle grote toernooien minimaal één keer scoorde. Behalve op de bovengenoemde EK’s deed hij dat ook bij de WK-eindronden van 2006 (één goal) en 2010 (ook één).
Met zijn EK-doelpunten sluit Cristiano Ronaldo bovendien aan bij het selecte gezelschap van zeven spelers die minstens zes keer scoorden op EK-eindronden. De Zweed Zlatan Ibrahimovic voegde zich afgelopen dinsdag met zijn goal tegen Frankrijk (2-0) als laatste bij dat groepje (zes EK-treffers).
Milan Baros, donderdagavond opponent van Ronaldo, stond ook op vijf EK-doelpunten maar lijkt door de uitschakeling op dat aantal te blijven steken. De verwachting is immers dat hij over vier jaar niet meer van de partij is. Wayne Rooney, met Engeland nog wel in het toernooi, kan zich ook bij het illustere gezelschap voegen. De Engelsman heeft tot op heden vijf keer het doel gevonden op een EK.
Michel Platini is met negen doelpunten nog altijd EK-topscorer aller tijden, gevolgd door de Engelsman Alan Shearer met zeven goals. Ronaldo, Ibrahimovic, Nuno Gomes, Thierry Henry en de Nederlanders Ruud van Nistelrooy en Patrick Kluivert delen de derde stek met zes goals.